Tips voor een vogelvriendelijke tuin

Een vogelvriendelijke tuin

Meer vogels in je tuin, hoe doe je dat?

Wil jij graag wat meer vogels in je tuin verwelkomen? Eigenlijk is het heel simpel: zorg voor voldoende voedsel en water, nestgelegenheid en beschutting en de vogels komen vanzelf. Ook in een kleine tuin! Hieronder lees je onze tips hoe je jouw tuin vogelvriendelijk kunt maken.  


Dit zijn onze tips:

  1. Een dicht bebladerde struik, heg of klimmer – zoals een Vuurdoorn of klimroos – is een veilige plek voor een nest. Vogels kunnen er ook schuilen bij slecht weer of zich verstoppen voor katten. Helemaal ideaal als de struik 's winters groen blijft.
  2. Plant een struik of boom met eetbare bessen, zoals een Krentenboompje, Klimop of Meidoorn. En zorg voor planten met eetbare zaden, zoals Zonnebloem of Kaardebol
  3. Kies planten die insecten aantrekken. Die dienen weer als voedsel voor vogels. Plant liever 'enkele' in plaats van 'gevulde' bloemen: daar kunnen vlinders, bijen en zweefvliegen beter bij de nectar. Inheemse bloeiers trekken vaak meer insecten dan exotische.
  4. Gebruik geen gif! En tuinier vooral niet te ‘netjes’. Een beetje 'onkruid' mag, dat trekt rupsen en insecten aan. Laat in de herfst afgevallen blad en uitgebloeide planten liggen: daar zoeken vogels wormen en insectjes tussen.
  5. Hang een of meer nestkastjes op.
  6. Geef, zeker in de winter, extra voedsel. Met verschillende soorten voer lok je ook verschillende vogelsoorten naar je tuin.
  7. Zorg voor schoon water om te drinken en in te baden. In het vogelbadje leg je wat stenen om op te zitten, fijn voor kleine vogels.

Bekijk hier onze tips voor het voederen van vogels >>
En bekijk onze tips voor nestkastjes >>

Vink
Spreeuw
Huismus
Roodborst
Merel
Koolmees en pimpelmees
Op de site van Vogelbescherming vind je nog meer tips voor een tuin vol vogels.