Zo makkelijk is moestuinieren

Het zal je vast niet ontgaan zijn, je kunt het zelfs ruiken en voelen: het is weer lente. En met de start van de lente verklaar ik ook het moestuinseizoen weer voor geopend. Na een kalme winter gaat er wat mij betreft niets boven die lentekriebels in mijn buik. Met een grote glimlach haal ik mijn moestuinspulletjes weer uit de kast. 

Ik ben Nina en de komende maanden neem ik je mee in mijn tuin en op mijn balkon. Zo hoop ik je enthousiast te maken om ook lekker met je handen de aarde in te gaan. Moestuinieren is namelijk helemaal niet zo moeilijk en overweldigend als veel mensen denken. Toen ik ermee begon, stond ik versteld van de eenvoud en dacht ik: dit kan iedereen! Het enige wat je nodig hebt is tijd, aandacht en een paar ogen om de achterkant van de zadenzakjes mee te lezen - de natuur doet de rest. Goed, om het behapbaar te houden, stel ik voor dat we bij het begin beginnen: laten we eerst kijken naar waar je je moestuin wil aanleggen en daarna kunnen we gaan (voor)zaaien.

Je tuin aanleggen

Het aanleggen van een moestuin kan op allerlei plekken en manieren. Of het nu in een (gemeenschappelijke) tuin of in potten of bakken op je terras of balkon is. Het belangrijkste om rekening mee te houden is dat een moestuin minimaal zes zonuren per dag nodig heeft. Planten halen namelijk hun energie uit zonlicht. Maar, stel dat een tuin in de volle zon voor jou geen optie is, dan zijn er ook genoeg gewassen die in de (half)schaduw goed groeien. Snijbiet bijvoorbeeld, of spinazie, pluksla en rucola. Ook diverse kruiden doen het er goed, zoals bieslook, munt en peterselie. 

Als je groenten en bloemen in de volle grond wilt gaan kweken, zorg er dan voor dat je je stukje grond lekker los en onkruidvrij maakt. Ik raad het af om te schoffelen, dit tast namelijk het bodemleven teveel aan. En die beestjes in je tuin zijn straks erg belangrijk voor de vruchtbaarheid van de grond. Kortom: probeer de grond rustig horizontaal te keren, maak hem luchtig en bedek hem daarna met compost. 

Leg je jouw moestuin aan in bakken en potten? Vul deze dan met potgrond, vermengd met een beetje compost. Zorg er altijd voor dat het water goed kan weglopen, kies dus voor potten en bakken met een of meer gaten onderin. Houd qua afmetingen van de potten en bakken ongeveer de diameter van de volwassen plant aan. Deze vind je vaak achter op de zadenzakjes. Zo lijkt een courgettezaadje klein, maar een volwassen courgetteplant kan wel een meter in doorsnede worden. Houd er daarnaast rekening mee dat de grond in potten sneller verarmt en dus meer voeding nodig heeft. Voorzie je potten daarom regelmatig van een beetje extra compost. 

Indeling maken en gewassen kiezen

Nu is het tijd om te beginnen aan één van mijn favoriete onderdelen van moestuinieren: bedenken wat je gaat kweken, of beter gezegd: eten. Als je net begint met een moestuin is het fijn om voor gewassen te kiezen die – behalve dat je ze graag eet - niet al te lastig zijn om te kweken. Bij Dille & Kamille kun je kiezen uit allerlei biologische groente-, kruiden- en bloemenzaden die perfect zijn voor beginners. Pompoen, courgette, sla, bietjes en radijsjes bijvoorbeeld. En wil je, als beginner, ook graag bloemen zaaien? Kies dan voor zonnebloemen, cosmea en siererwt. 

Daarnaast is het handig om een planning en indeling voor jezelf te maken. Waar wil je welke gewassen in je tuin zetten en wanneer ga je ze zaaien? Je kunt bijvoorbeeld een moestuinkalender gebruiken om het overzichtelijk te houden. Daarnaast raad ik je aan om in etappes te zaaien. Dat wil zeggen dat je niet alles in één keer zaait, maar bijvoorbeeld iedere week iets. Op die manier houd je het toegankelijk voor jezelf en spreid je je oogst. 

Voorzaaien

Voorzaaien van groenten en bloemen houdt simpelweg in dat je ze alvast binnen zaait zodat je plantjes in een beschermde omgeving opgroeien voordat je ze uitplant. Dit zorgt ervoor dat je zaailingen - als ze eenmaal naar buiten gaan - minder vatbaar zijn voor bijvoorbeeld insecten, maar ook dat je er eerder van kunt oogsten en plukken. Bovendien is voorzaaien een fijne manier om je plantjes beter in de gaten te kunnen houden als je zoals ik een 'tuin op afstand hebt'. Door thuis voor te zaaien, weet ik zeker dat mijn zaden niet worden opgegeten door vogels of wegspoelen door regen. Ik kan hun groei goed in de gaten houden door ze veilig op mijn vensterbank te laten opgroeien.

Voorzaaien kan op allerlei manieren: in trays en bakken, maar ook in kweekpotjes, wc-rollen of potjes die je zelf maakt van papier met een kweekpotjesmaker. Vul je potjes met zaai- en stekgrond, zaai ongeveer drie zaadjes per potje en bedek deze met een laagje aarde (ongeveer zo dik als het zaadje zelf). Geef vervolgens een flinke scheut water, het liefst van onderaf, zodat de zaadjes niet wegspoelen. Label je gezaaide gewassen zodat je niet vergeet wat je waar gezaaid hebt. 

Zet de potjes op een lichte plek en wacht tot je de eerste tekenen van leven ziet. Houd goed in de gaten of de verhouding tussen licht en warmte goed in balans is, zodat je jonge plantjes geen lange slungels worden. Dat worden namelijk zwakke planten. Je kunt je zaailingen verplaatsen om te kijken waar ze het beste groeien. Ik raad je aan om altijd meer te zaaien dat je nodig hebt. Zo kun je straks je zaailingen uitdunnen: dit doe je door de zwakste zaailingen uit de potjes te halen, zo blijven de sterkste over. Bovendien creëer je op die manier ook meerdere pogingen op succes. Worden je eerste zaailingen na het uitplanten meteen opgegeten door slakken? Dan heb je nog een voorraadje op de vensterbank staan. En heb je toch teveel plantjes? Deel ze uit en maak er anderen blij mee!

Verspenen en afharden

Als je zaailingen twee sets blaadjes hebben, mogen ze naar een groter potje. Op die manier kunnen ze sterkere wortels kweken. Ik verspeen mijn zaailingen bijvoorbeeld in terracotta potjes. Verspenen gaat als volgt: je haalt de zaailing voorzichtig uit de aarde. Pas goed op dat je de worteltjes niet breekt en til het plantje op aan de blaadjes, niet aan het steeltje. Vul een potje met potgrond, maak hier (met een pootstokje) een diep kuiltje in en laat de zaailing erin zakken. Dek deze - tot de eerste blaadjes - toe met potgrond en geef daarna water. 

Voordat je plantjes naar buiten gaan, is het belangrijk om ze te laten wennen aan de koudere temperaturen. Dit noem je ‘afharden’ en houdt in dat je ze in hun potjes buiten zet als het wat warmer wordt. Meestal doe ik dit rond eind april. Het kan dan ’s nachts wel nog vriezen. Mocht dat het geval zijn, haal de plantjes dan ’s nachts weer even naar binnen. 

Tip: veel eenjarige bloemensoorten - dat zijn soorten die in één jaar een hele levenscyclus doormaken en die je dus elk jaar opnieuw zaait - kun je toppen om er op die manier voor te zorgen dat ze meer bloemen geven. Cosmea en siererwt (Lathyrus) bijvoorbeeld. Toppen houdt in dat je, zodra je zaailingen drie sets bladeren hebben, de top eruit knipt met een klein schaartje. Het voelt misschien tegenstrijdig, maar uiteindelijk pluk je er later de bloemen van. Je stimuleert de plant op die manier namelijk om zijscheuten aan te maken. Dit zorgt ervoor dat je niet één lange plant krijgt, maar juist een volle plant met allerlei vertakkingen en dus meer bloemen. 

Uitplanten

Na het volgen van deze stappen heb je als het goed is allemaal sterke plantjes die - net als jij - staan te popelen om de tuin in te gaan. Na IJsheiligen (halverwege mei) is het tijd om je zaailingen uit te planten. Dit doe je eenvoudig door een gat te graven met een schepje, het plantje uit het potje te wippen, in het gat te laten zakken en toe te dekken met aarde. Geef hierna een flinke scheut water. Je plant je zaailingen het liefste uit op een droge, zonnige dag. 

Direct zaaien

Sla je bovenstaande voorzaai-stappen liever over? Je kunt ook direct in de volle grond zaaien. Sterker nog, sommige gewassen, zoals wortels en radijzen vinden het niet prettig om voorgezaaid te worden. Ze hebben een delicaat wortelnetwerk dat niet graag van potje naar potje verplaatst wordt. Direct zaaien in de volle grond doe je ook het liefst op een droge zonnige dag (vaak na IJsheiligen), om te voorkomen dat de zaden door bijvoorbeeld hevige regenval wegspoelen. De zaai-instructies vind je op de achterkant van de zadenzakjes. 

Hopelijk heb je, na het lezen van dit blog, zin om aan de slag te gaan! Als je met de natuur samenwerkt is, het slim om je af en toe lekker over te geven aan het proces. Er is immers niets zo veranderlijk als het weer. Houd er rekening mee dat er waarschijnlijk uitdagingen op je pad zullen komen. Til daar niet te zwaar aan. Als er iets mislukt, probeer je het volgend jaar gewoon nog een keer. Of het jaar daarop. Het goede nieuws is: er lukt altijd wel íets. Geniet ervan!

Wil je meer moestuininspiratie? Nina heeft er een boek over geschreven!

In haar boek ‘Mijn moestuin vol verwondering’ neemt ze de beginnende moestuinier mee in haar creatieve manier van tuinieren en laat ze je zien wat je - het hele jaar - kan doen, maken, eten en beleven in en uit eigen tuin. 

Bekijk & bestel het boek >