Meer vlinders in je tuin
Met deze 10 tips lok je vlinders naar je tuin:
- Zorg van het vroege voorjaar tot in de late herfst voor nectarrijke bloemen en struiken in je tuin. Hoe meer variatie hoe beter!
- Zet inheemse plantensoorten in je tuin, of meng die tussen andere bloemen. Inheemse bloemen bieden vaak meer voedsel voor onze vlinders.
- Kies voor 'enkele' bloemen. Deze bieden veel meer nectar dan bloemen met een 'gevuld' hartje.
- Laat een hoekje brandnetels en ander 'onkruid' staan: vlinders leggen hier hun eitjes op, dit zijn namelijk voedselplanten voor hun rupsen.
- Leg beschutte hoekjes aan met hagen en heggen, hier kunnen vlinders in schuilen bij slecht weer.
- Heb je een moes- en/of kruidentuin? Wees niet te streng, gun de rupsen ook iets om te eten!
- Ruim je tuin in de winter niet te netjes op zodat eitjes, rupsen en poppen kunnen overleven.
- Maak een voedertafel voor vlinders met rottend fruit of laat vruchten van je fruitboom op de grond liggen.
- Hang een vlinderhuisje op in je tuin.
- Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen en geen of zo min mogelijk kunstmest.
Vlinders naar je tuin lokken
Plant waardplanten en laat brandnetels staan
Vlinders gaan gericht op zoek naar planten om hun eitjes op te leggen, hun waardplant. Voor de dagpauwoog, atalanta en kleine vos is dat de grote brandnetel. Het icarusblauwtje gaat op zoek naar klaversoorten en het boomblauwtje wil onder meer sporkehout. Voorzie een bloemenweide in je tuin met die waardplanten of maak een wild hoekje bij je composthoop.
Zorg het hele jaar door voor nectar in je tuin
Behalve naar waardplanten gaan volwassen vlinders op zoek naar bloemen met nectar in je tuin. Daar zijn ze gek op. Zorg dus van het vroege voorjaar tot in de herfst voor nectardragende bloemen, bomen en/of struiken. Vlinderstruik, wilg of koninginnenkruid zijn maar enkele voorbeelden van planten die uitblinken in het aantrekken van dagvlinders. In het voorjaar zijn wilg, sleedoorn en hazelaar belangrijke nectarleveranciers. In het najaar zijn koninginnekruid, laatbloeiende vlinderstruiken en klimop belangrijk.
Creëer hoogteverschil in je tuin
Vlinders vertoeven langer in een tuin met afwisseling van hoge en lage planten, bomen, struiken, kruiden en gazon. Als het koud is houden vlinders zich graag schuil op een beschut plekje en wachten ze tot het weer betert. Als het echt warm is, zoeken ze de schaduw op.
Vlinders gebruiken de planten in je tuin ook als herkenningspunt. In grote bloemenperken met maar één plantensoort vliegen vlinders verloren. Hoog uitstekende planten worden door mannetjes gebruikt als uitkijkpost om vrouwtjes te zoeken. Sommige soorten zoals het bont zandoogje, atalanta of groot dikkopje verdedigen vanaf die uitkijkpost een territorium.
De vlinderkast: een huisje voor vlinders
In vlinderkasten kunnen vlinders een ongestoord rustplekje opzoeken voor de nacht en voor de winter. Of je veel of weinig vlinders naar je tuin kan lokken is afhankelijk van de omgeving waarin je tuin ligt. Een tuin in een kleinschalig landschap met veel bloeiende planten zal sneller verschillende soorten vlinders op bezoek krijgen dan een ingesloten stadstuintje. Maar zelfs de allerkleinste stadstuin of bloembakken op een terras kunnen vrolijke fladderaars aantrekken.
Waar zijn de vlinders in de winter?
Elke vlindersoort heeft zijn eigen methode om de winter door te komen. De meeste vlinders overwinteren als rups of pop. Sommige soorten, zoals de atalanta en de distelvlinder, vliegen in de winter naar het warme zuiden. In het voorjaar keert een nieuwe generatie weer terug. Eitjes, rupsen en poppen zitten op planten of uitgebloeide stengels, onder dorre bladeren, in het gras of in de grond. Ruim je tuin dus niet te netjes op voor de winter. In een schoon geharkte tuin kunnen vlinders niet overwinteren.
Met dank aan onze partner Natuurpunt voor de foto’s en tips.